Jean-Marie de Busscher en « patriotico-tumulaire kunst »
Jean-Marie de Busscher (1935-2001), kunstenaar, auteur, acteur en zeeman, heeft tussen 1976 en 1980 een rubriek geschreven in Charlie Mensuel met de titel « L'art patriotico-tumulaire » ("Patriotischfuneraire kunst"). Hierin behandelt hij met ironie de herdenkingsmonumenten die op de 800 km van het front van de Grote Oorlog zijn gebouwd.
In 1981 speelde hij een Duitse officier in Le bunker de la dernière rafale, een iconische film van Marc Caro en Jean-Pierre Jeunet.

Tekeningen van Henri Derée uitgevoerd in de Duitse kampen
Op 19 augustus 1914 wordt de jonge architect Henri Derée (1888-1974) door de Duitsers gevangen genomen tot 1918. Overgedragen van kamp naar kamp, heeft hij een groot aantal tekeningen gemaakt die de moeilijke levensomstandigheden van de Belgische, Engelse, Russische en Italiaanse gevangenen voorstelt. Wanneer Henri Derée –omwille van zijn gezondheid– naar Zwitserland wordt overgebracht, krijgen zijn tekeningen meer kleur – een getuigenis van meer vreugde.
Na de oorlog herneemt hij zijn activiteit als architect en ontwerpt vele gebouwen, tuinwijken maar ook herdenkingsmonumenten.

Herdenkingsmonumenten, mausoleas, crypten, ossuaria, gedenktekens, grafstenen, lantaarns…
De Archives d'Architecture Moderne bewaren tientallen originele tekeningen va herdenkingsmonumenten ontworpen of opgericht in België en in Frankrijk. Ze zijn allemaal herdenkingsmonumenten – België fungeerde tijdens de Eerste Wereldoorlog als een soort schild voor Frankrijk en werd dus getroffen door een groot menselijk en materieel verlies. Na de oorlog namen de Belgen het erebetoon aan hun gesneuvelden ter harte, door herdenkingsmonumenten op te richten
die soms naïef en soms kolossaal waren.